- Toxoplasmose
- Listeriose
- Cytomegalivirus of CMV
- Rubella
- Varicella
- Pertussis
- SOA
- HIV
- Hepatitis B
- Syfilis
- Chlamydia
- Gonorroe
- Hepatitis C
- Tuberculose
Toxoplasmose | Gezien de relatief hoge prevalentie in België, is het systematisch aanbieden van informatie over preventiemaatregelen tegen toxoplasmose aan alle (niet-immune) vrouwen aan te bevelen. Een eenmalig serologisch onderzoek voor of aan het begin van de zwangerschap kan nuttig zijn als dit seronegatieve vrouwen kan motiveren tot het nemen van preventieve maatregelen en seropositieve vrouwen kan geruststellen (Domus Medica/KCE). Bij seronegatieve status voor toxoplasmose geeft men informatie over hygiënische (voornamelijk voedingsgebonden) maatregelen (niveau van bewijskracht 2)(Domus Medica). |
Listeriose | Adviseer reeds preconceptioneel preventieve maatregelen tegen listeriose. |
Cytomegalivirus of CMV | De enige maatregel ter voorkoming van besmetting van de (net) zwangere met CMV betreft strikte handenhygiëne (NHG). Strikte handhygiëne (zowel thuis als op het werk), vooral na contact met speeksel en urine van een kind, geldt momenteel als de beste maatregel om infectie te voorkomen. Vrouwen moeten hierover reeds preconceptioneel advies krijgen (KCE). Risicogroepen doorverwijzen naar arbeidsgeneesheer (arbeidstop of overplaatsing): kleuterleidsters, personeel in kinderdagverblijven en in instellingen voor gehandicapte kinderen, verpleegkundigen en artsen op kinderafdelingen. |
Rubella | Indien er geen bewijs bestaat van de immuniteitsstatus van de vrouw, doet men preconceptioneel een bloedafname naar antistoffen voor rubella. Bij seronegatieve status voor rubella vaccineert men met een MMR vaccin (4 tot 12 weken voor de zwangerschap). |
Varicella | Er is geen evidentie om een routine serologisch onderzoek naar antistoffen voor varicella aan te bevelen (KCE). Aan de hand van anamnese wordt de immuniteitsstatus van de vrouw nagevraagd. Bij vrouwen met een negatieve anamnese, doet men preconceptioneel een bloefaname naar antistoffen voor varicella. Bij seronegativiteit kan/moet (ICSI) men preconceptioneel vaccineren en 4 weken wachten alvorens zwanger te worden (ICSI, AJOG). |
Pertussis | Voor iedere zwangere vrouw wordt kinkhoestvaccinatie met het Boostrix vaccin tussen week 24 en week 32 van de zwangerschap aanbevolen, ongeacht of de vrouw voordien een herhalingsinenting kreeg. |
SOA | Omwille van het risico op een negatieve zwangerschapsuitkomst en perinatale transmissie op de foetus dient men preconceptioneel steeds te peilen naar gekende seksueel overdraagbare infecties of seksueel risicogedrag. Bij seksueel risicogedrag wordt er verder gescreend naar soa’s zoals HIV, hepatitis B, syfilis, chlamydia en gonorroe. Bij positieve screening dient men counseling, eventueel immunisatie of behandeling voor te stellen. |
HIV | Het is aan te bevelen om met alle vrouwen met een zwangerschapswens, preconceptioneel het nut van een hiv-test te bespreken en deze vervolgens ook aan te bieden. |
Hepatitis B | Het is aan te bevelen om bij alle vrouwen met een zwangerschapswens, preconceptioneel of aan het begin van de zwangerschap, hepatitis-B-antigen of HBAg op te sporen om een effectieve opvolging van de pasgeborene van een besmette moeder mogelijk te maken (KCE, NICE, Domus Medica). |
Syfilis | Het is aan te bevelen om bij alle vrouwen, preconceptioneel of aan het begin van de zwangerschap, syfilis op te sporen aan de hand van een treponemale test omdat een behandeling gunstig is voor de prognose van zowel moeder als foetus (KCE). |
Chlamydia | Het routinematig preconceptioneel of in de zwangerschap screenen voor chlamydia wordt niet aanbevolen (NICE). Preconceptioneel (AJOG, NHG, ICSI) of in de zwangerschap (ICSI, Domus Medica) screenen van hoog risicogroepen of bij subfertiliteit is wel aanbevolen. Positief gescreende (zwangere) vrouwen moeten worden behandeld (Domus Medica, AJOG, NHG). |
Gonorroe | Het routinematig preconceptioneel of in de zwangerschap screenen voor gonorroe wordt niet aanbevolen. Preconceptioneel of in de zwangerschap screenen van hoog risicogroepen is wel aanbevolen. Positief gescreende (zwangere) vrouwen moeten worden behandeld, samen met hun partner(s). Eventueel wordt in het 2de trimester de gonorroe screening herhaald (ICSI, AJOG). |
Hepatitis C | Op dit ogenblik is er onvoldoende evidentie om de routinematige opsporing van hepatitis C preconceptioneel of tijdens de zwangerschap aan te bevelen (KCE, NICE). Hoog risicogroepen dienen wel gescreend te worden (Domus Medica). |
Tuberculose | Het is aanbevolen om vrouwen met een hoog risico op tuberculose preconceptioneel of in het begin van de zwangerschap te screenen op PPD (Purified Protein Derivatives) om latente of actieve tuberculose te detecteren. Bij een recente conversie is een follow-up via röntgenstraling (X-thorax) voor 12 weken zwangerschap aanbevolen indien er longsymptomen aanwezig. Na 12 weken zwangerschap is follow-up aangewezen voor alle geconverteerde zwangeren (ICSI). |