De omgeving van een kind heeft een sterke invloed op de gezondheid van dit kind, zowel op korte als op lange termijn.
In de eerste 1000 dagen van het leven (van de bevruchting tot de 2de verjaardag) wordt de basis gelegd voor de rest van het leven van een kind. In deze eerste 1000 dagen doen zich heel wat veranderingen voor: alle organen vormen zich, er wordt een band gesmeed met verzorgers, de eerste stappen worden gezet en de eerste woordjes uitgesproken. Invloeden in deze periode hebben dus ook een effect op de gezondheid in het later leven; de organen gaan bijvoorbeeld normaal gezien een leven lang mee, de eerste hechtingservaringen kunnen een invloed hebben op latere sociale interacties, enz.
Waar bepaalde schadelijke invloeden bij volwassenen soms een kortdurend effect hebben, kan dit effect bij baby’s hun functioneren voor altijd beïnvloeden, denk maar aan bepaalde leerstoornissen. Er is meer en meer bewijs dat omgevingsinvloeden tijdens de zwangerschap niet enkel een invloed hebben op de gezondheid van een pasgeboren baby, maar ook op de gezondheid van dit kind op volwassen leeftijd of zelfs op de gezondheid van de volgende generatie. Baby’s die tekorten hebben ervaren tijdens de zwangerschap, hebben later bijvoorbeeld een groter risico op obesitas en hart – en vaataandoeningen. Als een zwangere blootgesteld wordt aan fijn stof of sigarettenrook is er een hogere kans op luchtwegaandoeningen bij het kind, zoals astma.
Door het kind tijdens de eerste 1000 dagen van het leven zo weinig mogelijk bloot te stellen aan schadelijke stoffen en door zo gezond mogelijk te leven, kun je jouw baby al een belangrijke voorsprong geven in het leven. De informatie op deze website wil jou hierbij ondersteunen.