In haar meest recente voedingsaanbevelingen, raadt de HGR aan om voor zwangeren een voedingssupplement aan te bevelen met 10 µg per dag en tot 20 µg per dag voor vrouwen met een hoog risico op tekorten
- Vrouwen met een laag risico kunnen 10 µg vitamine D per dag innemen
- Vrouwen die tot de hoog risicogroep behoren dienen dagelijks, en zeker in de wintermaanden (ICSI, niet NICE), 20 µg vitamine D per dag in te nemen
De twee vormen van vitamine D zijn vitamine D2 (of ergocalciferol) en vitamine D3 (of cholecalciferol). Vitamine D3 wordt gesynthetiseerd uit een endogeen gevormde precursor, 7-dehydrocholesterol, onder invloed van UV-straling. Zonlicht is hiervoor dus essentieel. Vitamine D wordt vervolgens door de lever omgezet tot 25-hydroxyvitamine D die daarna door de nier wordt gemetaboliseerd tot 1,25-dihydroxyvitamine D, de actieve vorm van vitamine D.
Vitamine D stimuleert de calciumabsorptie in de darm en zorgt zo voor het behoud van de botmassa, het stimuleert de synthese van interleukinen en cytokinen en beïnvloedt eveneens de celdeling van veel organen. Een chronisch tekort aan vitamine D leidt tot zwakke botten en spier- en gewrichtspijn.
De aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH) voor vitamine D bedraagt 20 μg (800 IE)1 voor zwangere vrouwen tegenover 10-15 μg (400-600 IE) voor niet-zwangere vrouwen (HGR, 2015). De EFSA raadt aan dosissen van meer dan 50 μg vitamine D per dag te vermijden (EFSA, 2014).
Tekorten aan vitamine D komen veelvuldig voor in de bevolking, vooral naar het einde van de winter toe. Meer dan de helft van de bevolking zou tekorten vertonen; de gemiddelde dagelijkse inname van vitamine D uit voeding is gemiddeld 3.47 µg/dag bij vrouwen. Nochtans zijn heel wat producten (melkproducten en graanproducten) vandaag verrijkt met vitamine D en bevatten bepaalde vissoorten en eieren een significante hoeveelheid vitamine D (bijvoorbeeld 100 g forel bevat 12.2 µg en 100 g gekookt ei 15.5 g). De biologische beschikbaarheid wordt echter eveneens bepaald door blootstelling aan UV licht en dat kan in sommige periodes van het jaar een probleem vormen. Gezien de grote tekorten, raadt de HGR een voedingssupplement van 10 µg/dag aan tijdens de zwangerschap en borstvoedingsperiode. Ook aan de neonaat die borstvoeding krijgt, dient een supplement van 10 µg/dag voorzien te worden. Bij de geboorte wordt ook standaard een orale dosis van 1 tot 2 mg (of IM dosis van 1 mg) vitamine K toegediend aan de pasgeborene. Bij baby’s die meer dan 50% borstvoeding krijgen, wordt wekelijks nog 1 tot 2 mg toegediend via orale suppletie of 150 µg per dag.
Vrouwen die tot hoog risico groep behoren zijn:
- Vrouwen met een vitamine D-arm dieet, zoals vrouwen die geen vlees, eieren, visolie (bijvoorbeeld veganisten) of vitamine D-verrijkte melk, margarine of ontbijtgranen eten (NICE, ICSI)
- Vrouwen met een preconceptioneel BMI boven de 30 kg/m2 (obesitas)
- Vrouwen van Zuid-Aziatische, Afrikaanse, Caraïbische of Midden-Oosten origine
- Vrouwen met weinig blootstelling aan zonlicht, bijvoorbeeld vrouwen die voornamelijk binnen leven of buitenshuis gesluierd zijn (NICE)
1 Het vitamine D-gehalte wordt meestal uitgedrukt in μg, maar vaak ook in internationale eenheden (IE) waarbij 1 μg staat voor 40 IE.