Screen vrouwen met een zwangerschapswens op een persoonlijke of familiale voorgeschiedenis van veneuze trombose.
-
Vrouwen met een kans op trombofilie kunnen preconceptioneel gecounseld en getest worden
-
Bij gekend genetische trombofilie informeer het koppel over de genetische risico’s voor het ongeboren kind
-
Indien de vrouw met warfarines wordt behandeld, verander preconceptioneel naar de minder teratogene laag moleculair gewicht heparines en verwijs door naar de internist en gynaecoloog (AJOG)
Trombofilie of de neiging tot verhoogde bloedstolling gaat gepaard met een verhoogd risico voor diepe veneuze trombose (DVT) en embolieën in longen en hersenen en arteriële trombo-embolische processen (NHG). Grofweg kan trombofilie onderverdeeld worden in erfelijke (of congenitale) en niet-erfelijke (of verworven) varianten. Onder de erfelijke trombofiliefactoren behoren antitrombine-III-deficiëntie (1/200-1/400 van de bevolking), Proteïne-C- en –S-deficiëntie (1/200-1/500), Factor V Leiden (2-7/100), Protrombine-mutatie (2-3/100) en hyperhomocysteïnemie. Tot de verworven trombofiliefactoren rekenen we het lupus anticoagulans (NHG).
Perinatale complicaties
Longembool is de belangrijkste oorzaak van maternale dood tijdens de zwangerschap, waarbij vrouwen met voorgeschiedenis van diep veneuze trombose (DVT) een hoger risico vertonen (Domus Medica). Oppervlakkige tromboflebitis in de anamnese is ook een risicofactor voor veneuze trombo-embolie in de zwangerschap (NHG).
Trombofilie tijdens de zwangerschap verhoogt het risico op miskramen, ernstige preëclampsie, infarcering van placenta, solutio placentae, foetale groeiretardatie, foetale cerebrale infarcten en foetale sterfte (NHG).
Behandeling
Vrouwen die ooit een diepe veneuze trombose hebben doorgemaakt en bij wie nog geen stollingsonderzoek heeft plaatsgevonden, dient dit alsnog uitgevoerd te worden om een inschatting te kunnen maken van het herhalingsrisico. Verwijs hiervoor preconceptioneel naar de internist (NHG).
Orale anticoagulantia zoals warfarine zijn teratogeen. Het verderzetten van een dergelijke behandeling moet men dus evalueren (Domus Medica).
Afhankelijk van het (herhalings)risico wordt het volgende beleid ter preventie van VTE tijdens zwangerschap geadviseerd (NHG):
- Bij laag en intermediair risico: counselen en in principe afwachtend beleid
- Bij hoog risico: vrouwen die bekend zijn met ten minste twee episodes van een trombose (of embolie) en vrouwen met een stollingsstoornis gevonden na een eerste trombose komen in aanmerking voor profylaxe met laag moleculair gewicht heparine (LMW-heparines) tijdens de pre- en postnatale periode (NHG)
Het risico op een recidief trombose tijdens de zwangerschap kan ingeschat worden met behulp van onderstaande tabel.
Overzicht van de kans op trombo-embolie tijdens zwangerschap en kraambed
VTE = veneuze trombo-embolie
Laag risico (0,5 – 2%) |
Intermediair risico (2 – 5%) |
Hoog risico (> 5%) |
---|---|---|
Asymptomatische vrouwen met bekend dragerschap van factor V Leiden, protrombinemutatie, milde hyperhomocysteïnemie, hoog factor VIII |
Asymptomatische vrouwen met deficiënties van antitrombine, proteïne C, proteïne S, gecombineerde of homozygote defecten |
Vrouwen met één eerdere episode van VTE en bekende erfelijke of verworven trombofilie |
Vrouwen met één eerdere episode van VTE met mogelijke oorzaak (bijvoorbeeld immobiliteit of pilgebruik ) |
Vrouwen met één eerdere episode van idiopathische VTE |
Vrouwen met recidiverende episoden van VTE |
|
Vrouwen met antifosfolipidensyndroom o.b.v. niet-VTE (bijvoorbeeld herhaalde miskramen) |
Bron: NHG